De mensenrechten in India staan vier jaar na
de start van de regering van premier Modi in
toenemende mate onder druk. Human Rights
Watch schreef daarover: “Geweld van militante
groepen tegen minderheden en critici van de
regering – vaak door groepen die de regerende
BJP zeggen te steunen – werd in 2017 een
toenemende bedreiging. De regering faalde
om deze aanvallen snel of geloofwaardig te
onderzoeken, terwijl veel leiders van de BJP
openlijk hindoesuprematie en ultranationalisme
bepleitten, hetgeen nieuw geweld
aanmoedigde. Afwijkende meningen werden
antinationaal genoemd; activisten, journalisten
en academici zijn daarvan het doelwit. Wetgeving
rond financiering vanuit het buitenland
werd gebruikt om NGO’s met kritiek op de overheid
het leven zuur te maken.”
Amnesty International heeft een soortgelijke
analyse en voegt daar onder meer aan toe:
wijdverspreide ‘haatmisdaden’ tegen Dalits en
verdrijving van Adivasi (tribale volken) uit hun
woongebieden door mijnbouw en industrie. De
lijst met schendingen van mensenrechten is veel
langer, waaronder marteling en buitengerechtelijke
executies door veiligheidstroepen.
De LIW zet zich in om deze en andere schendingen
van de mensenrechten in de media en bij
de politiek aan de orde te stellen. Het afgelopen
jaar grepen we daarvoor de bezoeken van premier
Modi aan Nederland en recent van premier Rutte
aan India aan. In 2017 vroeg de LIW in een open
brief aan premier Rutte een aantal kwesties aan
de orde te stellen: de stille steun voor geweld van
hindoe-extremisten, de bedreigde vrijheid van
meningsuiting, weigering van visa aan Nederlandse
NGO-medewerkers en de schending van
arbeidsrechten in diverse productieketens. Over
deze brief werd in Trouw en drie grote Indiase
kranten (National Herald, The Wire, The Times of India) gepubliceerd. De eindverklaring van
Rutte en Modi beperkte zich vooral tot de groeiende
economische samenwerking tussen India en
Nederland. In antwoorden op vragen van Kamerlid
Voordewind liet de regering wel weten dat ze
aantal zorgen van de LIW deelde en deze ook in
gesprekken met premier Modi had aangekaart.
Voor het recente bezoek in mei van Rutte met een
grote delegatie van ministers en bedrijven aan
India, heeft de LIW vooral via een Indiase krant
en een radioprogramma haar zorgen geuit.
Zie de websites indianet.nl en dalits.nl voor veel
meer informatie.
Aanpak Stop Kinderarbeid krijgt steun op de wereldconferentie in Argentinië

Eind 2017 vond in Argentinië de wereldconferentie
tegen kinderarbeid plaats. De conferentie
leverde erkenning op van de aanpak van de Stop
Kinderarbeid coalitie. Zo sprak de officiële verklaring
over (het belang van) "gebiedsgerichte en
gemeenschapsinterventies voor het 'uitroeien
van kinderarbeid en dwangarbeid'" en pleit
deze voor "versterking van de organisatorische
capaciteit van lokale gemeenschappen bij hun
inspanningen om kinderarbeid en dwangarbeid
te voorkomen, op te sporen en uit te bannen;
ervoor te zorgen dat relevante autoriteiten op
de hoogte zijn van deze inspanningen en deze
op grote schaal te repliceren". Dit is een welkome
bevestiging van de rol die lokale organisaties
kunnen spelen bij het inspireren en betrekken
van lokale en nationale overheden bij het uitbannen
van kinderarbeid. De Nederlandse regering,
werkgevers en vakbonden maakten dit concreet
door steun aan kinderarbeidvrije zones te beloven.

Effectieve actie tegen moderne slavernij jonge textielarbeidsters Zuid-India
De afgelopen drie jaar heeft de LIW zich samen
met Sympany+ en drie Indiase partnerorganisaties
ingezet om moderne slavernij in de Zuid-Indiase
kledingindustrie aan te pakken.
In de vorige India Actief (juni 2017) informeerden
we u over de moderne slavernij van vooral
meisjes en jonge vrouwen in 90% van de duizenden
spinnerijen in de deelstaat Tamil Nadu
en wat we daar samen met partnerorganisaties
aan doen. Nu worden meer resultaten zichtbaar.
Zo maakte de organisatie READ in 26 dorpen
ruim 10.000 meisjes en vrouwen bewust van de
negatieve gevolgen van het – met valse beloftes
– ronselen voor gedwongen arbeid in spinnerijen.
Zij wisten samen met de lokale overheid te voorkomen
dat veel meisjes in die val trapten. READ
organiseert beroepstrainingen voor tieners en
zorgt er voor dat jonge slachtoffers van moderne
slavernij weer terug naar school kunnen.
Het aantal meisjes dat in moderne slavernij
werkt verminderde in de 26 dorpen volgens een
medewerker van de overheid met 70%!
De organisatie SAVE runt een succesvolle hulplijn
en helpt op basis van Indiase wetgeving bij het
opzetten en trainen van comités in spinnerijen en
kledingfabrieken die klachten van arbeiders oplossen.
Vier Nederlandse bedrijven die deelnemen
aan het kledingconvenant gaan nu ook samen
met SAVE, READ en de LIW aan de slag om de
situatie te verbeteren, waarvoor de aanpak van
de ‘klachtencomités’ model staat. Daarnaast is de
LIW met grote kledingmerken als C&A, H&M en
Primark in gesprek om in Zuid-India meer te doen
tegen vormen van moderne slavernij.
Ver van huis: bedrog en isolement van jonge kledingarbeidsters in Bangalore

In januari 2018 publiceerde de LIW het rapport
Labour without Liberty over jonge
migrantenarbeid(st)ers in Bangalore’s kledingfabrieken.
De stad telt 1200 kledingfabrieken met
een half miljoen arbeiders, waarvan 80% vrouw.
Circa 20.000 van hen zijn jonge vrouwen afkomstig
uit Noord-India, meestal uit lage sociale
klassen en kasten. Hen wordt een gratis plek in
een hostel, een goed salaris en goede arbeidsomstandigheden
beloofd. Aangekomen in Bangalore
blijkt vaak het tegendeel. Voor het gebruik van
het (overvolle) hostel wordt hun salaris gekort en
alleen op zondag mogen ze het hostel een paar
uur onder begeleiding verlaten. Als ze de hoge
productiedoelen niet halen worden ze uitgescholden
door hun ploegbaas in een voor hen vreemde
taal. Vergeleken met arbeiders uit Bangalore
verdienen ze minder en krijgen ze moeilijker
juridische hulp. Hun isolement belet hen meestal
lid te worden van een vakbond.
Het rapport is een oproep aan kledingmerken
als C&A, H&M, Tommy Hilfiger en GAP om deze
misstanden bij hun leveranciers in Bangalore aan
te pakken. Een aantal bedrijven reageerde op het
rapport, erkende soms de problemen en beloofde
verbetering. C&A, H&M en GAP werken onder
meer aan nieuwe richtlijnen voor de leefomstandigheden
van migranten. Ook willen zij seksuele
intimidatie in fabrieken bestrijden. De uitvoering
van alle plannen gaat nog traag, maar de LIW en
haar partners in Bangalore blijven dit aankaarten.
Om de arbeidsomstandigheden van jonge
migrantenvrouwen te verbeteren ondersteunt
de LIW ook het werk van de vrouwenvakbond
Garment Labour Union (GLU). GLU heeft een
vakbondshuis opgericht waar in hun eigen taal
arbeidsrechtentrainingen worden gegeven aan
migrantenarbeiders. Verder verlenen ze juridische
en psychosociale hulp, bijvoorbeeld als er sprake
is van seksuele intimidatie op de werkvloer of
niet uitbetaald loon. Het ledental van de vakbond
nam de afgelopen jaren toe van 1660 in 2015 tot
3875 in mei 2018, waaronder zo’n 400 migrantenarbeiders
uit Noord-India.
Door de rapporten van de LIW, de gesprekken en
politieke druk gecombineerd met de activiteiten
van SAVE en READ, wordt moderne slavernij nu
minder gepraktiseerd dan vroeger.

Aanpak moderne slavernij bij productie tegels en aanrechtbladen nu op gang
In augustus 2017 publiceerden de LIW en Stop
Kinderarbeid een nieuw rapport over misstanden
in Zuid-Indiase granietgroeven: Dark Sites
of Granite – Modern Slavery, child labour and
unsafe work in Indian granite quarries. What
should companies do? Het onderzoek toont aan
dat moderne slavernij, lage lonen en gevaarlijke
en ongezonde werkomstandigheden veelvuldig
voorkomen in Zuid-Indiase granietgroeves.
Ook kinderarbeid is in sommige onderzochte
groeves aangetroffen, vooral bij de reststeenverwerking.
Het onderzoek richtte zich op de
deelstaten Andhra Pradesh, Telangana en Karnataka.
Graniet uit de onderzochte groeves, voor
onder meer wand- en vloertegels, grafstenen en
aanrechtbladen, wordt onder meer geïmporteerd
door Europese en Amerikaanse bedrijven. 50%
van de wereldwijde export van ruwe graniet komt
uit India.
Het rapport leidde tot veel publiciteit, waaronder
de voorpagina van Trouw en artikelen in Indiase,
Duitse en Engelse kranten. Europarlementariërs (1,2)
stelden vragen aan de Europese Commissie en
in oktober 2017 beantwoordde de voormalige
Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
vragen van Kamerleden van
SP, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en 50PLUS.
De Minister erkende de misstanden genoemd in
het rapport van de LIW en benadrukte in haar
antwoorden dat een oplossing gezocht wordt
in een gezamenlijk convenant van bedrijven,
brancheorganisaties, overheid, vakbonden en
NGO’s. De LIW is vanaf het begin betrokken bij de
onderhandelingen over dit convenant. Dit moet
leiden tot het verbeteren van arbeidsrechten bij
de steengroeves waar natuursteenbedrijven hun
stenen vandaan halen. De onderhandelingen zijn
in een afrondende fase.
Een journalist van De Utrechtse Internet Courant
schreef een lang artikel over de herkomst van de
half miljoen graniettegels die op het nieuw in te
richten Vredenburgplein in Utrecht zullen liggen.
Hiervoor interviewde hij de LIW. Hij schrijft:
“Het granietsteen komt onder meer uit India –
vorig jaar werd echter bekend dat er in dat land
een hoop misstanden in de granietsector zijn,
zoals kinderarbeid, onveilige werkomstandigheden
en milieuschade. Krijgt het Vredenburgplein
wel schone stenen?” De LIW heeft met de betrokken
projectmanager van de gemeente Utrecht
gesproken over de risico’s bij het inkopen van
graniet uit India en hoe de gemeente bedrijven
kan selecteren die aan ‘eerlijk graniet’ werken.
Werken aan Child Labour Free Zone met steenverwerkingsbedrijf Arte
Arte, een Nederlands steenverwerkingsbedrijf
uit Helmond, werkt sinds 2017 met de LIW en de
lokale NGO MV Foundation aan een kinderarbeidvrije
zone in de deelstaat Andhra Pradesh waar
Arte zijn graniet vandaan haalt. Het project
wordt deels bekostigd uit het
Fonds Bestrijding Kinderarbeid
beheerd door de RVO. Het doel is
om alle kinderen uit het gebied
bestaande uit 8 dorpen naar
school te brengen. De eerste ‘nulmeting’
in de dorpen laat zien dat
241 van de 1739 16-18 jarigen niet
naar school gaan. Daarnaast is er
nog een groep kinderen die tijdens
de oogstperiodes van onder andere
katoen en chilipepers op het land
moeten werken en ook van school
blijven. Onder meer migrantenkinderen
tussen de 15-18 werken in
de steengroeves en verwerkingsfabrieken.
Dit werk is volgens de Indiase wet
verboden voor kinderen onder de 18. De hele gemeenschap,
inclusief ouders, jongeren, leerkrachten,
de lokale overheid én de eigenaren van de
groeves, wordt betrokken bij de uitvoering van de
plannen. Arte gaat, samen met zijn leverancier,
de eigenaren van groeves en fabrieken motiveren
om geen kinderen in dienst te nemen.

Kinderen in de vergeten link van de textielketen
Begin dit jaar is een nieuw project gestart dat
de keten van resttextiel in kaart brengt en moet
leiden tot een kinderarbeidvrije zone in Panipat
in de Indiase deelstaat Haryana. Panipat is de
wereldhoofstad van resttextiel. Deze textielresten
die ook niet meer als kleding op de tweehandsmarkt
verkocht kunnen worden, komen uit de
hele wereld – waaronder Nederland – in Panipat
terecht. Daar worden ze gesorteerd, in stukken
gesneden en vervezeld. Er worden bijvoorbeeld
dekens van gemaakt. De sociaal ondernemer
Sympany+ en de LIW doen samen met andere
organisaties onderzoek naar de keten van resttextiel
vanaf het moment van inzameling tot aan
de verkoop van het verwerkte resttextiel.
Uit een eerste onderzoek ter plekke uitgevoerd
door twee lokale organisaties (HPPI en MV
Foundation) blijkt dat de arbeidsomstandigheden
in de fabrieken erg slecht zijn. In de bedrijfstak
werken met name migrantenvrouwen en veel
kinderen. De arbeidsmigranten zijn veelal Dalits
ofwel ‘kastelozen’, de ‘laagste’ groep in het Indiase
kastensysteem. Van de 4.142 kinderen in het
eerste onderzoek gaan er 327 niet naar school en
zijn 244 zogeheten ‘drop-outs’. Zowel eigenaren
van fabrieken, de lokale overheid, ouders van kinderen
als leraren zullen intensief bij het project
worden betrokken.
Wordt donateur van de LIW!
Steun ons eenmalig of regelmatig via:
NL68 INGB 0002 483 548 o.v.v. ‘gift’