Eind oktober jl. publiceerden SOMO en de Landelijke
India Werkgroep een nieuw rapport – Flawed
Fabrics – over gebonden (kinder)arbeid en uitbuiting
in de Zuid-Indiase kledingindustrie. Het
betreft vijf grote spinnerijen die garens leveren
voor kleding die door westerse merken als C&A,
Primark, Replay en Mothercare worden ingekocht.
Twee spinnerijen leveren aan kledingfabrieken die
onder het Bangladesh Accord vallen en dus aan westerse merken leveren.
Vooral Dalit-meisjes - meestal tussen de 14 en
18 - worden met valse beloftes naar de fabrieken
gelokt, maken lange dagen onder ongezonde omstandigheden,
met opzichters die hen uitschelden
om nog harder te werken. Hun loon ligt ver
onder het officiële minimumloon. Ze verblijven in
hostels bij de fabriek waar ze zelden uit mogen.
Naar schatting werken 250.000 meisjes onder
deze omstandigheden, waaronder 100.000 voor
westerse kledingmerken.
Het rapport constateert dat pogingen van bedrijven
om deze schendingen van mensenrechten uit
te bannen grotendeels falen. Spinnerijen worden
meestal niet gecontroleerd. Transparantie en goede
samenwerking met lokale organisaties ontbreken.
Bedrijven als C&A en Primark werken aan
verbeteringen maar met nog weinig resultaat. Met
dit rapport in de hand gaat de LIW deze kwestie
opnieuw bij bedrijven, de overheid en diverse MVO-initiatieven
aankaarten én aandringen op actie.
Dalit-vrouwen strijden tegen seksueel geweld
Twee vrouwen, de een ernstig, de ander vurig.
Samen een tornado. Asha Kowtal, algemeen secretaris
van het Indiaas Forum voor de Rechten van
Dalit-Vrouwen (AIDMAM), en Dalit-filmmaakster
Thenmozhi Soundararajan waren in juni te gast bij
de Landelijke India Werkgroep.
Asha en Thenmozhi maken de wereld getuige van
de strijd van Dalit-vrouwen. In de lente van 2014
klommen een kleine honderd Indiase vrouwen in
riksja’s, auto’s, jeeps en busjes en begonnen aan
een Mars voor het Zelfrespect van Dalit-Vrouwen.
Ze bezochten de plekken waar Dalit-vrouwen
slachtoffer waren geworden van (seksueel) geweld.
Ze ontmoetten de vrouwen en hun families;
met straattheater en demonstraties trokken ze de
aandacht van media en publiek, ze riepen politie
en justitie ter verantwoording. Vervolgens deden
ze hun verhaal in Europa en de VS.
Op een publieksevenement in Den Haag, georganiseerd
door FNV Mondiaal en de Landelijke India
Werkgroep (LIW), vertelden ze hoe men hen kan
steunen, o.m. via de sociale media. De LIW
organiseerde ook gesprekken met Kamerleden en
Buitenlandse zaken en publiceerde een brochure
over Dalit-vrouwen. NRC Handelsblad bracht een groot
artikel onder de kop: "Je mag een Dalit-meisje
verkrachten en doden". Kamerleden van diverse
fracties riepen Minister Timmermans van BZ op
tot actie om het onbestrafte geweld tegen Dalitvrouwen
bij de Indiase regering, de VN Mensenrechtenraad
en de EU aan de orde te stellen. De Minister liet weten dat hij het onderwerp heeft
aangekaart bij de Indiase regering en in de dialoog
met de Speciale VN Rapporteur voor Geweld
tegen Vrouwen. Toch blijft de aanpak rond dit
onderwerp zeer terughoudend. Nederland doet in
de VN en de EU bijna niets om de schending van
de mensenrechten van 260 miljoen Dalits aan de
orde te stellen. Terwijl VN Rapporteurs daar inmiddels
vele tientallen aanbevelingen voor hebben
gedaan.

Publicaties LIW en Stop Kinderarbeid aanleiding voor Kamermoties
In juli zijn door Kamerlid Voordewind twee moties
ingediend waarin publicaties van de LIW en de
coalitie Stop Kinderarbeid worden genoemd.
Een motie gaat over het plan van aanpak van de
kledingindustrie om structurele schending van
arbeids- en mensenrechten tegen te gaan. De
motie verwijst naar het rapport Small Steps - Big
Challenges (april 2014) van de LIW en FNV
Mondiaal en vraagt om 100% actieve en zichtbare
deelname van kledingbedrijven aan verbeteringen
en ketentransparantie. Minister Ploumen deelt de
strekking van de motie, maar wil nog met de (kleding)
sector in overleg over de timing. De motie is
aangehouden.
De tweede motie gaat over sociale criteria voor
duurzaam inkopen. Daarin staat dat de Toolkit
Kinderarbeidvrij Inkopen door Overheidsinstanties
van Stop Kinderarbeid een goed hulpmiddel is
voor de overheid. De motie bepleit ook dat de sociale
criteria bij duurzaam inkopen beter worden
toegepast en worden gestimuleerd bij gemeenten
en provincies. Minister Ploumen beloofde de
Toolkit te verspreiden en verwijst in haar reactie
naar een evaluatie van 'sociaal inkopen'. Zij vroeg
Voordewind 'deze motie aan te houden, want hij
zou zomaar op zijn wenken bediend kunnen worden'.
Stop Kinderarbeid en LIW hebben hun advies
Stop Kinderarbeid verheugd over initiatiefwet
tegen kinderarbeid
De coalitie Stop Kinderarbeid – School, de
beste werkplaats is verheugd over het voorstel
van PvdA-Kamerlid Roelof van Laar om de
verkoop van producten gemaakt door kinderarbeid
te verbieden. Dat is iets anders dan een
productboycot. Het gaat hier om een gericht
middel om een specifiek bedrijf aan te spreken
op systematisch wangedrag. Het wordt tijd
dat bedrijven die weigeren in actie te komen
om kinderarbeid in hun productieketen uit te
bannen - bijvoorbeeld bij de productie van
kleding, schoenen, natuursteen of chocola -
daarop door de wetgever worden aangesproken.
|
|
voor beter beleid bij de evaluatie ingebracht.
Stop Kinderarbeid begint aan
nieuwe fase: kick-off in Mali!
Op 1 mei is het nieuwe programma Uit het werk
en naar school; samen werken aan kinderarbeidvrije
zones van de coalitie Stop Kinderarbeid
van start gegaan. In dit programma zet Stop
Kinderarbeid zich in voor kinderarbeidvrije
productieketens en steunt zij het werk van haar
lokale partners ten behoeve van Child Labour Free
Zones in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Ook
zoekt Stop Kinderarbeid meer politieke steun van
beleidsmakers in onder meer Nederland, de EU en
van de ILO voor de aanpak van kinderarbeidvrije
zones en de bredere strijd tegen kinderarbeid. De
LIW werkt daar actief aan mee.
De afgelopen jaren is binnen Stop Kinderarbeid al
veel werk gemaakt van het bestrijden van kinderarbeid
binnen productieketens. Dit inspireerde tot
een aanpak, waarbij bedrijven en MVO-initiatieven
een actieve rol binnen de kinderarbeidvrije zones
kunnen spelen. Deelnemende landen en sectoren
zijn India (natuursteen, textiel en schoenen),
Zimbabwe (thee), Oeganda (koffie), Mali (landbouw
en goud) en Turkije (hazelnoten). Dankzij
financiering van Buitenlandse Zaken kan Stop
Kinderarbeid deze aanpak tot mei 2017 op volle
kracht gaan uitvoeren.
In oktober jl. kwamen afgevaardigden uit
India, Afrika en Europa samen in Ségou, Mali,
voor de aftrap van het nieuwe programma van
Stop Kinderarbeid. De Indiase LIW-partner MV
Foundation - die ruim een miljoen kinderen ‘naar
school bracht’ - staat model voor de aanpak in
een tiental Afrikaanse landen. De deelnemers bezochten
dorpen in de buurt van Ségou die er aan
werken 'kinderarbeidvrij' te worden en namen deel
aan sessies waarin de gezamenlijke inzet voor
kinderarbeidvrije zones werd besproken. Het werd
het een inspirerende leerervaring voor iedereen.
En er was politiek resultaat: ook de Malinese Ministers
van Onderwijs en Arbeid en diverse lokale
overheden zegden hun steun toe.
Een kleine selectie van andere LIW-activiteiten in 2014

De LIW....