terug
(IDSN, 20-8-2018)

Het Verenigd Koninkrijk slaagt er niet in om wettelijke bescherming tegen kastendiscriminatie te bieden


Na een grondige beleidswijziging heeft de Britse regering besloten dat kaste, ondanks rapporten in opdracht van de regering zelf om bewijs te vinden voor schendingen binnen het koninkrijk van de rechten op basis van kaste, niet zal worden opgenomen als een beschermde persoonlijke eigenschap naast ras, religie en etniciteit in de UK Equalities Act [“gelijkheidswet”].

Het besluit, volgens de regering te wijten aan de 'controversiële aard' van de kwestie, komt na vele jaren van procedurele vertragingen bij het opnemen van een clausule die kaste onder de bevoegdheid van de wet zou brengen. Een parlementaire verordening in 2013 droeg de regering op om "deze sectie [van de wet] te wijzigen zodat kaste een ras-aspect wordt". Ondanks deze verordening heeft de regering de uitvoering vertraagd en is ze in 2017 een openbare raadpleging over dit onderwerp gestart om de publieke opinie over het onderwerp te onderzoeken.

De resultaten van de publieke raadpleging zijn onlangs vrijgegeven: een meerderheid van de respondenten gaf er de voorkeur aan dat kaste niet onder het mandaat van de Equality Act valt. De conclusie van de resultaatanalyse is dat de regering nu zal proberen de voorgestelde kastenclausule in de Equality Act in te trekken. In het rapport schrijven ze:

"Wij denken dat dit een meer proportionele benadering is, gezien het extreem lage aantal betreffende zaken en de duidelijk controversiële aard van de introductie van "kaste" als een zelfstandig element in de Britse nationale wetgeving ..... Vertrouwen op jurisprudentie en ruimte voor individuen om klachten over kastendiscriminatie als iets betreffende "etnische afkomst" in plaats van "kaste" zelf naar buiten te brengen, zal waarschijnlijk minder wrijving veroorzaken tussen verschillende groeperingen en beter zijn voor de cohesie van de gemeenschap."

Zo wordt in het regeringsrapport n.a.v. de raadpleging geconcludeerd dat slachtoffers van kastendiscriminatie in het Verenigd Koninkrijk beter gediend zouden zijn met een beroep op jurisprudentie en zouden worden beschermd onder de mandaten voor etniciteit of religie in de bestaande wetgeving.

"We zijn diep teleurgesteld dat de Britse regering ervoor kiest om een deel van haar burgers niet de mogelijkheid te bieden een behoorlijk beroep te doen op gerechtigheid waar het gaat om kastengerelateerde rechtenschendingen tegen hen gepleegd", aldus IDSN-directeur Meena Varma.

"Vertrouwen op jurisprudentie ter bescherming tegen kastendiscriminatie in het Verenigd Koninkrijk is een zwaar gebrekkige strategie, en iedereen met slechts minimale kennis van kastendiscriminatie weet ook dat die niet voldoende wordt gedekt als discriminatie op grond van etniciteit of religie, omdat de mensen aan de ‘onderkant van het kastenstelsel’ vaak dezelfde etnische achtergrond en religie hebben als die aan de 'top'."

Twee jaar geleden, tijdens het ‘mensenrechtenexamen’ van het Verenigd Koninkrijk, heeft de VN-Commissie voor de uitbanning van rassendiscriminatie (UN CERD) aanbevolen om 'artikel 9, lid 5 (a) van de Equality Act 2010 zonder verder uitstel van kracht te laten zijn om te waarborgen dat kastendiscriminatie expliciet door de wet wordt verboden en dat slachtoffers van deze vorm van discriminatie toegang hebben tot effectieve rechtsmiddelen, rekening houdend met de algemene aanbeveling nr. 29 (2002) van de commissie over afkomst'.

Ondanks deze en andere deskundigen die het Verenigd Koninkrijk adviseren om de ogen te sluiten voor kastendiscriminatie in hun grote diaspora-gemeenschappen, is de realiteit nu dat als u een in het Verenigd Koninkrijk woonachtige Dalit bent, u niet in staat zult zijn om juridisch verhaal te halen tegen kastendiscriminatie als u uw zaak niet kunt koppelen aan etnische of religieuze discriminatie.


Meer informatie:




[vertaling: Landelijke India Werkgroep; origineel artikel: https://idsn.org/the-uk-fails-to-ensure-legal-protection-against-caste-discrimination/]


laatste wijziging: